{ARGIEF}

Hieronder twee verslagen van een uitwisselingsproject tussen Nederlandse en Zuid-Afrikaanse predikanten, najaar 2009, georganiseerd door de stichting ZEBRA in samenwerking met de PKN.

Het zijn twee verslagen, waarvan het verslag van Miekie Myburgh in grote lijnen (wat de feitelijkheden betreft) het verslag van Wessel Westerveld volgt. In haar verslag verwijst zij dan ook naar het verslag van Wessel. Eigen evaluatiepunten voegt zij bij.

Hartelijke groet,

Wessel Westerveld
Miekie Myburgh

 

Verslag uitwisseling Nederlandse en Zuid-Afrikaanse predikanten
Najaar 2008
Organisatie: PKN & stichting Zebra

Personalia
Dit verslag is van Wessel Westerveld, 42 jaar, predikant sinds 1998, vanaf augustus 2004 te Beverwijk. Mijn vrouw Miekie Myburgh en ik hebben hier samen 1 predikantsplaats. Mijn band met Zuid-Afrika is ontstaan door mijn vrouw, Miekie Myburgh. Zij is Zuid-Afrikaanse. Vanaf 1993 ben ik (zijn wij) regelmatig in Zuid-Afrika geweest. We hebben twee kinderen (15 en 12)

Algemeen
Van vrijdag 31 oktober t/m vrijdag 21 november hebben wij ds. Lee-Ann  Simon uit Uitsig, Cape Flats, Zuid-Afrika, van de Verenigende Gereformeerde Kerk te gast gehad. We hebben Lee-Ann kennis laten maken met verschillende aspecten van kerkenwerk in Beverwijk en met organisaties en mensen, die haar specifieke belangstelling hebben. Lee-Ann heeft ons veel verteld over haar gemeente en kerk. Daarnaast hebben we ook lekker gekuierd, gelachen en  gein gehad. De laatste week van het verblijf was ook haar man, David, hier te gast.

Programma

1e week:
– Ontmoeting met al onze collegae te Beverwijk en de voorzitter van onze kerkenraad;
– Excursie naar het Rode Kruis Ziekenhuis en gesprek met ziekenhuispastor;
– Ontmoeting en eten met een groep jongeren uit onze gemeente;
– Een dag over ‘contextueel pastoraat’ (initiatief van Zebra)
– Ontmoetingen in Amsterdam met het ‘drugspastoraat’ (pastor Gerson Gilhuis) en voormalig drugspastor Ricus Dullaert, die zeer actief is in Zuid-Afrika;
– Meedraaien in een vrouwengespreksgroep van onze gemeente;
– Kennismaken met de pastoor en één van de kerken van de Rooms-katholieke Parochie ter plaatse;
– Bijwonen van kerkdiensten.

2e week:
– Studieweek in Hydepark over faciliterend leiderschap o.l.v. Frederick Marais

 3e week:
– Lee-Ann en David zijn samen op pad geweest en verder ‘het ons lekker saam gekuier’.

Evaluatie algemeen
Lee-Ann, onze gesprekken, de wijze waarop zij haar werk doet en hoe haar gemeente en kerk functioneren, en de week op Hydepark, hebben mij veel geleerd:

– De impact van de context op je bestaan.

De contexten van Beverwijk en Uitsig verschillen reusachtig. Armoede,  positie in de samenleving, (apartheids)geschiedenis, geweld, werkeloosheid, verslaving, leeftijd. Twee voorbeelden: uit het gesprek met de jongeren, blijkt, dat onze jongeren het heel moeilijk vinden keuzen te maken uit het zeer brede scala aan mogelijkheden voor later. De toekomst ligt zo open, dat je nauwelijks kunt kiezen. Lee-Ann vertelt, dat juist voor jongeren in Uitsig de toekomstmogelijkheden enorm beperkt zijn, vanwege de grote werkeloosheid en sociaal-maatschappelijke problemen. Ander voorbeeld: wij in onze gemeente hebben, naar het College van Kerkrentmeesters zegt, zeer grote financiële problemen: een tekort van € 55.000,- en we moeten interen op ons vermogen (ruim €1.000.000,-). Lee-Ann weet niet waar dit over gaat. Haar gemeente bijvoorbeeld wil een muur bouwen om de kerk, want alles wat los en vast zit wordt gestolen. Een steen kost ZAR 7,- . Dat is € 0,60,-  per steen. Er zijn er 30.000 nodig – een project van jaren.
 
– De impact van huidskleur en het verleden in een land als Zuid-Afrika.

Dit komt voor mij ook terug in week 2, daar beschrijf ik het ook onder ‘ongelijktijdigheid van en verschillende posities in verwerkingprocessen’. Lee-Ann vertelde ons, dat ze  helemaal niets kon met een ‘Heilig-Hart Christusbeeld’ dat wij in de woonkamer hebben staan (zo’n zoete lelieblanke blonde Christus) Haar Christus is niet wit. Haar Christus is veel meer de Christus aan het Taizékruis (donker), dat ook in onze woonkamer staat. Het maakt mij ervan bewust, dat ik wit ben en dat ‘huidskleur’ heel vaak ter zake doet, los van de wenselijkheid daarvan. Want ook al vind ik, dat huidskleur irrelevant zou moeten zijn in het intermenselijk en maatschappelijk verkeer – het ís het dikwijls niet.

– Het beleven van de kracht van ‘geloven’

Ik heb de indruk, dat voor de mensen in Uitsig de kerk en ‘geloven’ een krachtiger rol speelt in het volhouden en uithouden van de vaak moeilijke situaties dan voor de mensen in Beverwijk.  Geloven lijkt in Uitsig en Zuid-Afrika meer een integraal bestanddeel uit te maken van de dagelijkse werkelijkheid, dan dat ik dat hier in Beverwijk tegenkom bij mensen. Wij in de Protestantse Gemeente Beverwijk zijn ook meer dan in Uitsig en Zuid-Afrika, denk ik, geneigd tot ‘beschouwen op’ en minder tot ‘beleven van’.

– Het uithoudingsvermogen van Lee-Ann gegeven de context waarbinnen zij werkt;

Verslaving, geweld, werkeloosheid, aids, armoede – wij hebben ook wel eens wat, maar het lijkt toch van een andere gradatie.

Evaluatie week 2
Deze week onder leiding van Frederick Marais van de organisatie ‘Communitas’ was bijzonder goed. De balans tussen informatie en het door oefeningen en gesprekken eigen maken daarvan was uitgekiend. Daarnaast waren de tijden van bezinning (methoden als ‘Wandel deur die Woord’ en Lectio Divina) en het samen vieren in de kapel waardevol. Tenslotte en the best: ik heb zelden zo’n gein gehad als in de z.g. ‘derde helft’  – zoals de echte gesprekken pas beginnen bij de voordeur, als je weer weg gaan wilt en de werkelijke vergadering pas plaatsvindt na afloop, zó hebben we elkaar écht ontmoet ’s avonds bij een glas wijn en goede verhalen. Zo wist ik niet, dat je op één dag 3 begrafenissen én een trouwerij kunt leiden én de gein bewaren, als logistieke problemen opdoemen…

Als belangrijkste leerpunt vond ik wat je noemen kunt de ‘ongelijktijdigheid van en verschillende posities in verwerkingprocessen’ Ik vond het zeker binnen het kader van de cursus – die ging immers over veranderingsprocessen en leiderschap –  onthullend hoe twee kerkgenootschappen (de VGK en de NGK), die nauw aan elkaar zijn verbonden vanuit het (apartheids)verleden, beide met de beste wil van de wereld en vanuit volsterkte integere motieven toch niet tot elkaar kunnen komen vanwege wat je noemen kunt ‘ongelijktijdigheid van en verschillende posities in verwerkingprocessen’. Het elkaar daarin ruimte geven en ‘in de vrijheid stellen’ (dat kan betekenen: loslaten) blijkt bijzonder moeilijk. Concreet kwam dit tijdens de cursus sterk naar voren toen aan de NGK-kant bijna wanhopig werd geroepen: “we hebben om vergeving gevraagd, we hebben schuld beleden, wat moeten we nóg méér doen?!!” Vanuit de VGK kwam toen de reactie: “Loslaten, gun ons tijd voor ons eigen proces, dát hebben we nu nodig.” 

Tenslotte
Zeker wil ik in de toekomst op één of andere wijze verder met deze uitwisselingen. Graag zou ik ook eens in dat kader naar Zuid-Afrika gaan. Met Lee-Ann houden wij als collegae én als gemeente contact. Ik denk dat het goed is, dat in Zuid-Afrika ook nadrukkelijk gekleurde en zwarte collegae worden betrokken bij deze uitwisselingen. 

 

Wessel Westerveld,
Beverwijk, 9 februari 2009
 
Verslag uitwisseling Nederlandse en Zuid-Afrikaanse predikanten Najaar 2008
Organisatie: PKN & stichting Zebra

Personalia
Dit verslag is van Miekie Myburgh, 55 jaar, predikant sinds 1993, vanaf augustus 2004 te Beverwijk. Mijn man, Wessel Westerveld, en ik hebben hier samen 1 predikantsplaats. Ik ben geboren en getogen Zuid-Afrikaan, sinds september 1980 wonend, werkend en later studerend in Nederland. Mijn familie woont in Zuid-Afrika. Dat betekent ieder jaar een bezoekje brengen daar voor langere (zomervakantie: reizen door het land én familiebezoek) of kortere (alleen familiebezoek) tijd.
We hebben twee kinderen (15 en 12)

Algemeen: zie verslag Wessel Westerveld

Programma: zie verslag Wessel Westerveld

Evaluatie algemeen
Als blanke Zuid-Afrikaan vind ik het altijd spannend Zuid-Afrikanen te leren kennen en met hen op te trekken. Met het blanke deel voel ik vanuit mijn kant vaak vervreemding omdat ik al te lang weg ben van het ‘blanke’ gevoel. Met gekleurde Zuid-Afrikanen voel ik altijd een voorzichtigheid van hen naar mij, omdat ze me niet kunnen plaatsen (denk ik). Ik klink Nederlands, maar ben wel Zuid-Afrikaans.
De gesprekken met Lee-Ann drukte me weer met de neus op het feit van wat apartheid te weeg heeft gebracht en in hoeverre dat nog steeds speelt.

– De impact van de context op je bestaan.
Zie verslag Wessel Westerveld.
Ter aanvulling:
Lee-An constateerde dat die mogelijkheden tot verbetering of scholing er wel zijn voor Zuid-Afrikaanse jongeren, maar dat ze niet genoeg worden benut. Het lijkt alsof de mensen de moed er niet voor hebben. Een soort apathie.

– De impact van huidskleur en het verleden in een land als Zuid-Afrika.
Met Lee-An viel kleur weg.
Als ik in Zuid-Afrika ben, voel ik mij bij gekleurde vrienden (die ik steeds meer krijg) gewoon mijzelf. Bij mensen die ik niet ken, voel ik mij geremd en speelt altijd de vraag bij mij: hoe zien ze mij?
In Nederland speelt ‘het probleem kleur’ gewoon absoluut niet.

– Het uithoudingsvermogen van Lee-Ann gegeven de context waarbinnen zij werkt;
Verslaving, geweld, werkeloosheid, aids, armoede – wij hebben ook wel eens wat, maar het lijkt toch van een andere gradatie. De moed erin houden als ze constant opbokst tegen een gebrek aan financiële middelen.

Evaluatie week 2
Zie het verslag van Westerveld.
Aanvullend: in het begin van de week en ook bij de ontmoeting in Badhoevendorp speelde kleur een rol. Nu tussen de blanke Zuid-Afrikanen en mij. In de zin van wie is zij en waar staat ze. Vanuit mij ook een gevoel van geremdheid naar hen omdat ik al jaren als blanke niet hun context deel en geen recht van spreken voel. Of dit door de andere Zuid-Afrikanen ook zo werd ervaren weet ik natuurlijk niet. 

Als belangrijkste leerpunt vul ik aan op het stuk van Wessel Westerveld.
De ‘blanke kerk’ lijkt nog steeds de natuurlijke rol van ‘baas’ te willen vervullen en te willen bepalen wanneer volgende stappen moeten worden gezet. Zij willen het tempo en de agenda bepalen.
Wat voor mij nieuw was – in de gesprekken met Lee-An kwam dat naar voren – , is het feit dat er ook tussen de zogenaamde bruine mensen en de zwarte mensen vooroordelen en pijn zijn, die nog uitgesproken en weggewerkt moeten worden. Ook tussen die twee groepen was discriminatie naar kleur geweest.
Leerpunt: je kunt iemand niet dwingen stappen te zetten waar die nog niet aan toe is. Dat werkt alleen maar verdere verwijdering en wantrouwen in de hand.

Tenslotte
Zeker wil ik in de toekomst op één of andere wijze verder met deze uitwisselingen. Graag zou ik ook eens in dat kader naar Zuid-Afrika gaan. Met Lee-Ann houd ik contact als zuster maar ook als collega. De jongeren van onze gemeente willen dit jaar voor de jongeren van daar een actie op touw zetten.
 

 Miekie Myburgh
Beverwijk, 9 februari 2009.